Beschadigde boederijen
Een wederopbouwboerderij is een Nederlandse boerderij die na in Tweede Wereldoorlog door oorlogshandelingen vernield te zijn daarna onder regie van de overheid is herbouwd.
8000 boerderijen
In Nederland zijn tussen 1940 en 1945 meer dan 8000 boerderijen verwoest of zwaar beschadigd. Een aantal daarvan werd gedwongen afgebroken voor onder meer de aanleg van de Atlantikwall, Duitse militaire vliegvelden of vernield bij het onder water zetten van gebieden. De meeste boerderijen gingen aan het eind van de oorlog verloren door krijgshandelingen bij de opmars van de geallieerde legers in Noord-Brabant, Limburg, de Betuwe en Oost-Nederland. De vele vaak in eenzelfde stijl herbouwde boerderijen vormen een herinnering aan de gevolgen die de oorlog op het platteland met zich heeft gebracht.
Wederopbouw
Voor de coördinatie van het herstel van verloren gegane agrarische gebouwen werd al op 15 juli 1940 door de rijksoverheid het Bureau Wederopbouw Boerderijen (BWB) opgericht. Nog in 1940 werden de eerste nieuwe boerderijen gebouwd door de MAVOG, ´MAteriaal VOorziening Grebbe’. De overheid ontwikkelde ook richtlijnen voor de wederopbouw, toetste de architectkeuze en controleerde bouwtekeningen.
Bij de bouw werd gebruikgemaakt van de kennis die ingenieurs hadden opgedaan bij de gestandaardiseerde bouw van de boerderijen in de kort daarvoor drooggelegde Wieringermeerpolder. Boerderijen waren belangrijk voor de voedselvoorziening, zodat ze zo gauw mogelijk hersteld moesten worden. Er werd bij het ontwerp vooral gelet op het scheppen van voorwaarden voor een goede bedrijfshygiëne, brandveiligheid en een efficiënte indeling. Een grote verbetering voor het bedrijfsgedeelte was dat de hilt, de zolder boven de koeien waar het hooi werd opgeslagen, niet meer in direct contact stond met de stal. De bedrijven zijn onder meer te herkennen aan de ventilatiekokers en de stenen zolders. Ze kregen ook elektriciteit en stromend water. De Nederlandse staat betaalde het grootste deel van de kosten.

Vrijwel alle opbouwboerderijen bezitten een gedenksteen in de gevel, waarop een uit de vlammen herrijzende leeuw is afgebeeld. Bijzonder is dat er gekozen is voor een afbeelding van een leeuw tijdens de Duitse bezetting.
Spanningsveld
De wederopbouw ervan werd bepaald door een spanningsveld tussen behoud en innovatie. Hieraan ten grondslag lag de gedachte dat boerderijen twee functies hadden te vervullen. Ze symboliseerden bepaalde traditionele waarden en moesten bijdragen aan de versterking en de vorming van een nationale identiteit. Anderzijds bleven het agrarische gebruiksobjecten die van centraal belang waren voor de modernisering van de Nederlandse landbouw.
Delftse School
Alle opbouwboerderijen werden gebouwd in de karakteristieke stijl van de Delftse School. Dit maakt de boerderijen ook nu nog heel herkenbaar. De Delftse School gebruikt traditionele en natuurlijke materialen. De standaardboerderijen zijn sober en doelmatig gebouwd en lijken wat op een verbeterde versie van een hallenhuis. De uiterlijke vormgeving van de boerderij moest wel aansluiten bij de architectonische tradities in de betreffende regio.
In Salland
In Salland was na 1945 de vervanging van 255 boerenbedrijven door wederopbouwboerderijen noodzakelijk. De meeste erven waren verloren gegaan bij de bevrijdingsopmars van de geallieerde strijdkrachten. Zo’n tachtig procent van toen gebouwde boerderijen bleek bij een inventarisatie in 2015 nog aanwezig. In dat jaar begon een onderzoeksproject om te bezien of behoud en restauratie van een aantal boerderijen mogelijk is. Gevreesd werd dat veel gebouwen in de nabije toekomst zullen worden gesloopt of onherkenbaar gewijzigd. Ze passen vaak niet meer in de agrarische bedrijfsvoering. Ander gebruik is zonder ingrijpende veranderingen moeilijk door lage zolderingen, de aanwezigheid van gierkelders en andere beperkingen.
Bron: gebaseerd op Wikipedia en Meertens Instituut