De annexatie

Machtswisselingen
Colmschate is na een zelfstandige periode meerdere keren van bestuur gewisseld. Na eerst te zijn ‘verkocht’ aan Deventer, als onderpand voor een lening door de Spaanse koning Filips II, beval Napoleon in 1811 dat Colmschate bij Diepenveen werd gevoegd tot het Mairie Diepenveen. In 1974 volgde opnieuw een verandering, namelijk de annexatie door Deventer.
Philips II
Deventer werd aan alle kanten vrijwel ingesloten door het schoutambt Colmschate. Dit gebied was eigendom van de bisschop van Utrecht en werd bestuurd door zijn vertegenwoordiger, de ambtman of schout. Op de Hof van Colmschate, bij het stadion van Go Ahead Eagles (!), verzamelde de ambtman belastingen en sprak recht.

In 1528 ging de politieke macht in Overijssel van de Bisschop van Utrecht over op het Spaanse koningshuis. In 1555 was Karel V afgetreden en had afstand gedaan van de heerschappij over de Nederlanden ten gunste van zijn zoon Philips II. Karel overleed in Spanje in 1558. Naar hem werd in Deventer ook het Bolwerk De Keizer genoemd, waaraan nu nog de Keizerstraat herinnert. Als kroonprins had Philips II al op 9e oktober 1549 de stad Deventer bezocht. Met zijn gevolg was hij de stad binnengekomen via de Buiten-Brinkpoort. Daar bovenop de poort stond het grote standbeeld van de machtige keizer Karel V. De stad gaf Philips II een groots onthaal.
Tijdens de opstand was koning Philips II door geldgebrek gedwongen het Schoutambt Colmschate te verpanden aan de stad Deventer in ruil voor een grote geldlening. De stad Deventer mocht vanaf dat moment het schoutambt besturen, belasting heffen en de schout en de zogenaamde ambtsmannen benoemen. Colmschate werd het wingewest van Deventer. De lening is overigens nooit door Filips II terugbetaald. Colmschate bleef daardoor bij Deventer horen. Deze situatie zou tot 1811 blijven
Napoleon

In 1810 wordt Holland ingelijfd bij het Frankrijk van Napoleon en daarmee veranderde de indeling weer. De Franse wetgeving werd ingevoerd en dat betekende dat er nieuwe gemeenten werd gevormd onder de naam Mairie. Een van de mairieën is Diepenveen. Colmschate gaat onder de Mairie Diepenveen vallen. Het veel kleinere Diepenveen wordt opeens de baas in Colmschate. De reden was dat Diepenveen een kerk had en Colmschate niet en dat gaf voor de Fransen de doorslag. Ook omdat de naam Colmschate herinnerde aan oude feodale instellingen was een reden om voor de naam Diepenveen te kiezen. Het gemeentehuis van de nieuwe mairie Diepenveen kwam gek genoeg in Schalkhaar te staan.
Door de wijziging kwam er formeel een einde aan de rechtstreekse bestuurlijke invloed van de stad Deventer in het schoutambt Colmschate. Het verlies van het schoutambt Colmschate werd in de stad pijnlijk gevoeld.
De Mairie Diepenveen was zelfstandig, al bleef de invloed van rijke Deventenaren via hun landgoederen groot. Ook de bestuurders van de Deventer gasthuizen met bijbehorende talrijke landerijen buiten de stad oefenden veel invloed uit op de Mairie. Hieraan kwam vanaf 1823 een einde toen de marken werden opgeheven.
In 1815 omvatte de mairie Diepenveen de buurschappen Diepenveen, Averlo, Borgele, Lettele, Linde, Okkenbroek, Ortele, Essen, Rande, Tjoene, Riele, Wechele, Weteringen, Vulik en Oxe. Tot 1826 was er sprake van steden en schoutambten, daarna van gemeenten en schouten heetten voortaan burgemeesters.
Deventer was in deze tijd een benauwde veste met veel smalle straatjes. De behoefte aan gebiedsuitbreiding was groot. Dat kon alleen maar ten koste van de gemeente Diepenveen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog
In 1940 – tijdens de Duitse bezetting – volgde een poging om de hele gemeente Diepenveen toe te voegen aan Deventer. Door de provincie Overijssel wordt aan de gemeente Diepenveen voorgesteld om de gemeente op te heffen en te verdelen over Deventer, Bathmen en Olst. Diepenveen protesteerde hiertegen omdat in haar ogen misbruik werd gemaakt van de oorlogsomstandigheden. Uiteindelijk bleef Diepenveen met Colmschate zelfstandig.
In 1957 gaf Diepenveen echter toestemming om op haar grondgebied 650 woningen door Deventer te laten bouwen. In 1960 gingen de Platvoet, Borgele, Keizerslanden en de Douwelerkolk en omgeving over naar Deventer. Nadat in 1968 de plannen voor een dubbelstad (de zogenoemde Sprong over de IJssel) door de minister waren afgewezen, kon Deventer niet anders dan uitbreiden in oostelijke richting.

Uitruil
Eigenlijk wilde Deventer – vanwege ruimte gebrek – het hele grondgebied van Diepenveen overnemen en dat resulteerde in een wetsvoorstel in 1972 aan de Tweede Kamer. Die ging akkoord. Vanwege de stemming in de Eerste Kamer vertrokken bussen vol protesterende Diepenveners onder leiding van burgemeester Samuel Crommelin naar Den Haag. De Eerste Kamer ging op 19 april 1973 niet akkoord met de annexatie. Diepenveen bleef zelfstandig, maar Colmschate en omgeving werden in 1974 overgedragen aan Deventer. Diepenveen juichte, Deventer treurde. Het grondgebied van Deventer werd in 1 klap bijna verdubbeld met de annexatie van Colmschate,
Uiteindelijk toch Deventer
In 1987 besloot de provincie Overijssel tot een herindeling van een groot aantal gemeenten. Diepenveen probeerde de annexatie door Deventer tegen te houden en ging in 1993 akkoord met het aanwijzen van bouwgrond voor de stad: Colmschate Noord en Steenbrugge. In 1995 – vanwege een nieuw ziekenhuis – volgde nog een grondruil met de Rielerenk.
De herindeling viel echter niet tegen te houden. Opnieuw kwam de bevolking van de vier overgebleven dorpen Diepenveen, Schalkhaar, Lettele en Okkenbroek en de buurtschappen in actie. Maar dit keer was het de provincie die besliste. Deventer nam al het grondgebied van Diepenveen over.