Deventer IJsclub

Schaatshistorie
Deventer IJsclub (DIJC) is een vereniging voor langebaanschaatsers, kunstrijders, marathonschaatsers en inline skaters van alle niveaus. Met ongeveer 650 leden bestaat de vereniging uit zowel recreanten als fanatieke wedstrijdsporters.
De Deventer IJsclub werd opgericht in 1849 en is daarmee de oudste ijsclub van Nederland. De geschiedenis in Colmschate van de Deventer IJsclub begint in 1993 bij de opening De Scheg met haar kunstijsbaan.
Vanaf het begin
De thuisbaan van de Deventer IJsclub DYC. Een zogenaamde kunstbaan, gelegen in de wijk Bergweide, op een ondergelopen terrein aan de Snipperlingsdijk en in 1905 al voorzien van elektrische verlichting (mogelijk al eerder). In maart 1898 werd binnen de gemeente negatief gestemd over de aanschaf van een terrein “in de Veenen”, en er werd geopperd dat een terrein aan de Bergweide wellicht een betere keuze zou zijn. Ondertussen had de DIJC haar banen op de Singelgracht (tot en met 1902/1903). In het najaar van 1902 werd weer serieus gekeken naar de mogelijkheid voor de aanleg op de Bergweide. Het alternatief, de Ossenweerd, viel om meerdere redenen al snel af. De Bergweide werd omschreven als een strook grond tussen de mestplaats en de Bergweide, langs de Schipbeek. Vanaf 1-1-1903 wordt het terrein gehuurd. Het moet dan nog wel geschikt gemaakt worden voor de aanleg van een ijsbaan. Op 30 december 1903 kan de baan voor het eerst worden geopend.
Op een gedeelte van het industrieterrein Bergweide werd als werkverschaffingsproject het Gemeentelijk Sportpark aangelegd. De sintelbaan van het nieuwe sportpark kon in de winter uitstekend gebruikt worden als ijsbaan. Het sportpark werd op 15 augustus 1937 geopend. Voor het eerst werd op 4 januari 1938 de ijsbaan daar geopend. Na het sproeien in de nacht was er een ijsvlakte ontstaan van 500 meter lengte en 30 meter breedte. Omstreeks 1942 werd de baan verbeterd, maar wel kleiner. Voorheen 5 ha werd na 1942 3 hectare ijsbaan. Er was een hardrijbaan aangelegd, een terrein voor de ijshockeyers en ook een krabbelbaantje. Waarschijnlijk na de bouw van de kunstijsbaan in 1962 aan de Rembrandtkade opgeheven.
IJsselstadion

In 1962 werd het IJsselstadion als schaatsbaan in gebruik genomen. Het was na de Jaap Edenhal in Amsterdam de tweede kunstijsbaan van Nederland. Dankzij de Kunstijsbaan in Deventer kreeg Nederland voor het eerst sinds 1896 weer grote internationale wedstrijden toegewezen. In het knusse IJsselstadion werd schaatsgeschiedenis geschreven. Veel mensen kunnen zich nog goed herinneren hoe Ard Schenk en Kees Verkerk hier hun triomfen vierden. Het duo ‘Ard en Keessie’ werd beroemd tijdens het EK van 1966 in Deventer. In 1968 vestigde de Noor Fred Anton Maier hier een wereldrecord op de 5000 meter. Stien Kaiser werd in Deventer in 1970 wereldkampioene. In 1969 trok het WK enorm veel toeschouwers. Bekend is ook het verhaal van Hilbert van der Duim die tijdens het WK van 1981 uitgleed over een vogelpoepje.
In de dertig jaar dat het IJsselstadion bestond kwamen er ongeveer acht miljoen bezoekers. De Kunstijsbaan is in 1992 verplaatst naar De Scheg. Internationale wedstrijden hebben daarna in Deventer niet meer plaatsgevonden. Sinds halverwege de jaren negentig ligt het terrein van de oude Kunstijsbaan braak. Alleen het trafohuisje staat er nog. Er staan nu woningen op deze heilige grond voor de Nederlandse schaatssport.
Vanaf 1993 wordt er door de DIJC geschaatst in De Scheg.
Website: Deventer IJsclub
Bron: Deventer Toen en Nu, Schaatshistorie en Wikipedia