Boerderij en brugwachtershuis
Op de topografische militaire kaart uit 1847 wordt deze katerstede met een rood blokje aangegeven. Dat was voor de aanleg van het Overijssels Kanaal. In 1859 werd de katerstede, toen brugwachtershuis genoemd, door landbouwer Hendrikus Rietman aangekocht van de toenmalige eigenaar: de Overijsselsche Kanalisatie Maatschappij. Vanaf die tijd werd Hendrikus ook de brugwachter van de nabij gelegen brug over het Overijssels Kanaal: de Rietmansbrug, die naar hem werd vernoemd.
Hendrikus Rietman trouwde in 1840 met Johanna Rouwendal. Zij woonden eerder op erve Barink, die aan de andere kant van de Colmschaterstraatweg lag. Johanna overleed in 1862. Een jaar later hertrouwde de 52-jarige Hendrikus met de bijna 20 jaar jongere Tjitske Hendriks Wibbelink uit het Friese Drachten. Hun dochter Johanna trouwde in 1889 met landbouwer Hendrikus Stegeman. Dit huwelijk duurde ruim één jaar. Hendrikus Stegeman overleed in november 1890, één week voor de geboorte van zijn zoon die naar hem werd vernoemd. Weduwe Johanna hertrouwde in 1892 met Hermannus Beunk uit Bathmen. Een jaar later kochten zij de boerderij van haar ouders. In augustus 1897 brandde de boerderij af, maar werd kort daarna weer opgebouwd. Eerder dat jaar overleed Hendrikus Rietman.

Hermannus Beunk werd de nieuwe brugwachter van de Rietmansbrug. Zijn dochter Johanna trouwde in 1927 met landbouwer Jan Tuitert uit Gorssel. Jan overleed acht jaar later. Hij werd slechts 31 jaar oud. In het jaar 1939 hertrouwde Johanna Beunk met Karel Schepers. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd de boerderij in brand geschoten. In het kader van de Wederopbouw werd een nieuwe boerderij gebouwd. Karel Schepers en later zijn zoon Jan waren de laatste brugwachters van de Rietmansbrug over het Overijssels kanaal.
Bron: De Schallinckhaer van Tonny Mulder