Van Amsterdam naar Hannover

Naar de Hannoversche grenzen

Straatweg nummer 1 verbond Amsterdam met de Hannoverse grenzen. Duitsland bestond in 1821 uit de Duitse Bond, een confederatie van soevereine staten. Het Koninkrijk Hannover was er daarvan een. Het omvatte ongeveer de huidige deelstaat Nedersaksen. Deze straatweg liep door Colmschate over de Holterweg.

Napoleon

Napoleon had in zijn Decreet uit 1811 voorzien in een straatweg van Amsterdam naar het oosten, maar deze liep vanaf Deventer via Winterswijk naar Duitsland. In het Soevereine Besluit van Willem I uit 1814 liep de weg echter via Hengelo naar de grens, hoewel de weg toen nog vanuit Utrecht was gedacht. Amsterdam-Amersfoort was een aparte weg. In het besluit van de koning uit 1816 kwam de weg zelfs uit Brielle via Rotterdam. In 1821 koos Willem echter voor deze variant. De straatweg was toen al gereed tot Deventer. Alleen het laatste deel moest nog gebeuren.

Eerste deel

Het eerste deel van de weg door de Watergraafsmeer tot Diemen was al bestraat in de 18de eeuw. Voor de aanleg van de straatweg in 1817 werd vanaf de Hartveldsebrug in Diemen gebruik gemaakt van de jaagpaden langs de trekvaarten naar Muiden en Naarden. Na Naarden maakte men een keus uit de wegen door het Gooi naar Amersfoort, waardoor een opvallend tracé ontstond met 2 haakse bochten; zeker niet de kortste verbinding tussen Naarden en Amersfoort. De weg doet wel Muiden en Naarden aan, maar laat (Oud-)Diemen, Bussum en Baarn terzijde liggen. Bij Baarn heeft de ligging van Paleis Soestdijk de keuze van het tracé van de straatweg ongetwijfeld mee bepaald. De weg vanaf Naarden tot Amersfoort kwam in beheer bij de Commissarissen van de straatweg Naarden-Amersfoort en de zijwegen Groeneveld-Baarn, Blaricum-Huizen en Huizen-Naarden. De commissarissen bouwden archief op tot 1930.

Tussen Amersfoort en Deventer

Tussen Amersfoort en Deventer volgt de straatweg vrijwel het gehele traject van de oude doorgaande weg tussen die plaatsen. Die was gedeeltelijk ook in gebruik als Hessenweg. De weg werd al in 1809 voor Lodewijk Napoleon bestraat, vanwege de ligging van Paleis Het Loo aan de weg. Langs de weg liggen slechts een beperkt aantal dorpen; een groot deel voerde en voert door weinig bewoond bos- en natuurgebied. Van de dorpen is Terschuur ontstaan bij een tol aan de straatweg, waarvan de pachters in het huis Terschuur woonden. Voorthuizen is ontstaan bij een voorde in de Ganzenbeek, maar is gegroeid door de ligging aan een kruispunt van wegen.

Van Deventer naar de grens

De weg van Deventer naar de grens is al oeroud en behoort tot de Flämische Strasse, een oude handelsweg. Hanzeroute van Hamburg en Bremen via Deventer naar Antwerpen en Brugge. Ook deze weg was deels in gebruik als Hessenweg. De Holterweg onder Colmschate lijkt al sinds de 13de eeuw als route structureel in gebruik te zijn geweest. Bij de aanleg van de straatweg in 1826 werd de bestaande weg deels gevolgd, deels rechtgetrokken. Het rechte tracé doorsneed veel akkers; daarom kwamen er bezwaren van de provincie en van de schout van Holten en Bathmen. Hierdoor werd niet altijd de kortste route gevonden: wel kwam Markelo zo aan de straatweg te liggen, waar het eerder niet aan lag.

de staatweg van Deventer naar Hannover 2
De straatweg van Deventer naar Hannover via Colmschate

In enige gehuchten tussen Hengelo en Oldenzaal werd de bestaande weg recht getrokken. Eerst was geprotesteerd tegen het geprojecteerde geheel nieuwe tracé, dat tot veel onteigening zou hebben geleid. Voor de weg was een begroting opgesteld van ƒ400.000, waarvan ƒ225.000 door het Rijk zou worden betaald. De provincie wilde de rest niet rechtstreeks op tafel leggen. Besloten werd toen dat de stad Deventer voor de rest een lening zou aangaan waarvan ze ƒ8.500 per jaar zou aflossen, terwijl de provincie datzelfde bedrag dan op tafel zou leggen. De totale kosten voor de aanleg tot Oldenzaal bedroegen uiteindelijk ƒ486.469. De opbrengst van 2 van de 11 tollen ging naar Deventer. Het beheer van de weg kwam niet in handen van Rijkswaterstaat, maar van de ‘Gecommitteerden tot den Straatweg van Deventer naar Oldenzaal’.

Ook vanaf Oldenzaal is bij de aanleg in 1830 de oude weg recht getrokken. Voor 1827 liep de weg vanaf Oldenzaal via het heidegebied het Rode Veld in Volthe en naar Beuningen. Daar vormde de Beuningerbrug de oversteek over de Dinkel. De Oude Dijk en de huidige Wilhelminastraat vormden het laatste gedeelte van de kronkelige weg van Oldenzaal naar Denekamp. Na de aanleg van de straatweg werd Denekamp een halte op de internationale postkoetsverbinding naar Hamburg. Op het Kerkplein werd een postdistributiekantoor geopend. De kosten voor de aanleg waren ƒ83.950, die geheel voor rekening van het Rijk kwamen.

Bron: website Rijksstraatwegen 1821-2021

 

Protected by Security by CleanTalk and CleanTalk Anti-Spam