Klompenfabriek Klein Haneveld en Smits

Klompenfabriek Haneveld en Smits
Klompen op de Snippeling
Op 12 februari 1909 diende boomkweker Mattheus Adrianus Smits bij het college van B en W van de gemeente Diepenveen een verzoek in voor het oprichten van een klompenfabriek aan het Overijssels Kanaal. Het college van B en W verstrekte in maart 1909 een vergunning voor het oprichten van een fabriek tot het maken van klompen en aanverwante artikelen, onder bepaling dat de inrichting voltooid en in werking gebracht moest zijn voor 11 juli 1909.
Samen met Johannes Klein Haneveld, die als zelfstandige klompenmaker in Twello werkzaam was, begon hij de fabriek die de naam Klein Haneveld & Smits kreeg. Ook richtten zij op 6 mei 1916 met H. Kuik uit Wildervank de ‘N.V. Klompenindustrie v/h Klein Haneveld & Smits’ op, terwijl Johannes Klein Haneveld ook nog zijn klompenmakerswerkplaats in Twello behield.
Brand
De klompenfabriek werd echter door een grote uitslaande brand verwoest. Op 23 januari 1925 verscheen het volgende bericht in de NRC: Vannacht is de fabriek der N.V. Klompenindustrie Snippeling, voorheen Smits en Haneveld, te Diepenveen, afgebrand. De machines en groote partijen klompen, die ter aflevering gereed stonden, gingen verloren. De oorzaak van den brand is onbekend. Alles was verzekerd.
Volgens een bericht in Het Vaderland was de ondergang van de fabriek ook te wijten aan het feit dat in dat deel van de gemeente geen brandspuit aanwezig was. De werknemers konden na de brand hun werk voortzetten in de klompenmakerij te Twello. Op 7 maart 1931 trad Christoffel Johannes Zonneveld als directeur toe tot het bedrijf. Op 9 februari 1932 werd de klompenfabricage stopgezet. Het bedrijf ging verder met de handel in klompen. Het vestigingsadres werd statutair gewijzigd in Wilhelminastraat 15 te Oosterbeek, het woonadres van mededirecteur C.J. Zonneveld. In 1933 werd het faillissement uitgesproken over de NV. Klompenindustrie v/h. Klein Haneveld en Smits, volgens haar statuten gevestigd in de gemeente Diepenveen en kantoor houdende te Oosterbeek.
Bron: De Schallinckhaer van Tonny Mulder
Klompenmakerswoningen
Aan de Colmschaterstraatweg in Schalkhaar, dicht bij het Overijssels Kanaal, werden in het begin van de twintigste eeuw vier woningen gebouwd. Opvallend is dat de eerste bewoners allen klompenmakers waren: Jacob Stoffer uit Olst, Hendrikus Jacobus ter Haar uit Voorst, Gerrit Broekhuis uit Epe en Willem Kerkdijk uit Olst. Later woonden hier ook nog de klompenmakers Antonius Koot uit Raalte, Marinus Wilhelmus Brouwer en zijn zoon Johannes Antonius Brouwer. Waarschijnlijk zijn zij allen werkzaam geweest bij de klompenfabriek van Klein Haneveld & Smits, die aan het Overijssels Kanaal, ter hoogte van de spoorbrug, stond.
Bron: De Schallinckhaer van Tonny Mulder
Meer informatie
Johannes Klein Haneveld oefende hetzelfde beroep uit als zijn vader Jan. Hij vestigt zich als zelfstandig klompenmaker te Twello aan de Holthuizerstraat. In Twello is hij actief in de dorpsgemeenschap, wat onder meer tot uiting komt in zijn betrokkenheid in 1902 bij de oprichting van het fanfarekorps Excelsior. Ook heeft hij oog voor de belangen van zijn beroepsgenoten, de klompenmakers. Zo treedt hij in 1899 hij toe tot het Centraal Bestuur van de Bond van Klompenmakers in Nederland. Op 6 april 1904 wordt hij herkozen in het centraal bestuur van de bond.
Klein Haneveld en Smits is vooruitstrevend bedrijf, een van de 7 klompenmakerijen in Nederland die dan al machinaal klompen vervaardigen. Zo’n machine kost liefst ƒ 10.000,00 (ƒ=gulden), maar maakt honderden paren klompen per dag.
Bron: Klein Haneveld, Genealogie van de families Klein Haneveld en le Clercq